Sinds de inwerkingtreding op 1 juli 2008 van de Wro hebben we te maken met nieuw instrumentarium voor kostenverhaal. Er is de verplichting tot kostenverhaal via een overeenkomst of via een bijdrage in het kader van de omgevingsvergunning. Vaak is er de noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan vanwege de kostenverhaalsplicht. Of omdat de gemeente regels en eisen wil stellen aan de uitvoering van een plan.
Er is inmiddels de nodige ervaring opgedaan en er is jurisprudentie verschenen over verschillende aspecten van kostenverhaal en exploitatieplannen, zoals:
- de uitvoerbaarheid van het plan binnen de planperiode
- de taxatie van de inbrengwaarde van gronden in een plan
- de openbaarheid van stukken
- de causaliteit van aan een plan toe te rekenen kosten
- hoe om te gaan met bovenwijkse kosten
- toepassing van de plankostenscan
Na een korte introductie over het kostenverhaal zoeken we tijdens het eerste deel van deze bijeenkomst de verdieping op aan de hand van een aantal aansprekende praktijkvoorbeelden. Associé en oud-bestuurslid Piet Tulner neemt ons hierin mee. Piet heeft zijn sporen verdiend met exploitatieplannen en anterieure overeenkomsten en werkt al een tijd samen met VD2 Advies BV van Joop van den Brand (o.a. auteur ‘Handreiking Grondexploitatiewet’, 2008).
In het tweede deel van de bijeenkomst zoomen we in op het onderdeel planschade. In deze tijd, waarin exploitaties ook de komende jaren nog onder druk zullen blijven staan, maakt beheersing van planschadeclaims soms net het verschil tussen een project en geen project. De verdieping wordt ons gebracht door Jasper Molenaar, advocaat bij Dirkzwager.
Bij elke ontwikkeling zal moeten worden bezien of, en zo ja in welke omvang, er aanspraken bestaan op een tegemoetkoming in planschade. Dit moet worden ingecalculeerd bij de grondexploitatieberekening. Na een korte inleiding over de wettelijke regeling over tegemoetkoming in planschade zoals wij die kennen in de Wro, wordt stil gestaan bij de huidige wettelijke regeling, waaronder de schadeoorzaken die recht geven op planschade.
Vervolgens wordt chronologisch ingegaan op de stappen die moeten worden gezet bij de beoordeling van de vraag of er recht is op een tegemoetkoming. De eerste stap is het beoordelen van het normaal maatschappelijk risico. Daarbij wordt ingegaan op belangrijke recente ontwikkelingen in de rechtspraak ten aanzien van dit begrip. Voorts moet een zogenaamde “planvergelijking” worden gemaakt en rijst de vraag op basis waarvan dit moet gebeuren en hoe moet worden omgegaan met binnenplanse ontheffingsmogelijkheden. Het laatste toetsingsaspect heeft betrekking op de voorzienbaarheid van planschade en de gevolgen hiervan op de aanvraag.
Datum: 13 februari 2014
Tijd: 14.00 - 18.00 uur, inclusief borrel
Meld je hier aan!